Laatst keek ik de show ‘Numero Uno’ van Ronald Goedemondt. Toen hij begon over het plantaardige dieet rolde de tranen over mijn wangen. Wat een plantaardig dieet in ieder geval niet biedt, zei hij, is troost. Als je grote liefde het net heeft uitgemaakt ga je natuurlijk met een bak Ben en Jerry’s in bed liggen huilen. Je gaat niet je gedroogde linzen in de week zetten zodat je die over een uur of twaalf lekker jankend naar binnen kan schuiven. Mij kon je opvegen. Humor biedt altijd troost.
Nu moet ik zeggen dat ik zelf al een tijdje happy vegan ben. Geen idee wat dat is trouwens, happy single maar dan anders? Enfin. Supermarkten, winkels en andere bedrijven maken het steeds makkelijker om plantaardig te eten. Niet alleen vleesvervangers, maar ook het echte troostvoer verschijnt steeds vaker in een plantaardig jasje. Ben en Jerry’s heeft bijvoorbeeld een heerlijke vegan variant uitgebracht. Als je liefdesverdriet hebt, kan je nu met een bak plantaardige ijs in bed gaan liggen janken. Het is een rib uit je lijf, maar je hart was toch al gebroken dus je bankrekening kan er dan ook wel aan. Veganistische hamburgers, kipstuckjes en plantaardige kaas kunnen er dan ook nog wel bij. Troostvoer te over.
Toch moet ik toegeven dat ik ook zonder die vervangers prima aan mijn (troost)voer kom. En dan heb ik het niet over kikkererwten of linzen. Dan heb ik het over de heerlijke chocolade van Lovechock die ik tegenkwam bij de Big V Store. Lovechock wordt met rauwe cacaobonen gemaakt die niet worden verhit waardoor de geluksstofjes intact blijven. Over troostvoer gesproken. Ik probeerde de smaak Mulberry Vanilla en de Extra Dark. Dat heb ik geweten. Puur, puurder, puurst. Bestemd voor de echte chocolaliefhebbers dus. Met een heerlijk kopje Hemp & Chai van Dutch Harvest erbij was ik helemaal gelukkig.
Sowieso was het een verademing om terecht te komen bij een webwinkel waarvan het doel is ‘s werelds eerste duurzame en volledig veganistische warenhuis te realiseren. Vooral het eten, drinken en de schoonheidsproducten zijn zeer goed te betalen voor een student als ik die met een krap budget toch graag verantwoorde keuzes maakt. De Big V Store helpt daar heel goed bij en zet zo transparant mogelijk op de website aan welke verantwoorde labels een product voldoet.
Call me crazy, maar niks biedt mij meer troost dan een stukje veganistische, eerlijk verhandelde, zonder plastic verpakte en ook nog eens lekkere chocolade met een kopje lokaal geproduceerde thee verpakt bij Wezo, een bedrijf dat mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt een leuke baan biedt. Hele mond vol, dat wel. Nu jij weer, Ronald.
‘If I were not a physicist, I would probably be a musician. I often think in music. I live my daydreams in music. I see my life in terms of music.’ – Albert Einstein
Ken je iemand die kan horen maar helemaal niet van muziek houdt? Kleine kans. Het is alsof je niet houdt van eten. Er is altijd wel iets wat je lekker vindt. Muziek wordt nagenoeg universeel gewaardeerd. Maar die waardering kent zijn grenzen.
Het is geen geheim dat ik graag muziek maak, en me interesseer in de manier waarop mensen in bredere zin met muziek omgaan. Wat mij opvalt is dat men erg van muziek houdt, of men nou wel of niet muziek maakt. Muziek is niet alleen belangrijk tijdens een concert waar bewust bij de muziek stil wordt gestaan. Muziek is ook onderdeel van het dagelijkse leven. Er worden avondjes uit mee gevuld, fietstochtjes naar de uni mee overleefd, en emoties mee gereguleerd in goede of slechte tijden. Er wordt kracht uit geput tijdens de laatste kilometer hardlopen, en er wordt weg gezapt tijdens die reclame met dat schijtirritante muziekje. Muziek is overal. Talloze studies tonen aan hoe muziek, zowel actief als passief, een positieve invloed kan hebben op allerlei sociaal-emotionele en intellectuele aspecten. Tegelijkertijd bestaan er ook veel negatieve oordelen over muziek.
Dezelfde ouders die Mozart op repeat hebben staan om hun baby slimmer te maken (the Mozart effect, zoek maar op), en hun kind op vioolles doen nog voordat het kan praten, zeggen later wanneer hun kind auditie wil doen voor het conservatorium dat ‘ie beter een echte opleiding kan gaan doen, geneeskunde ofzo.
Van veel mensen met verschillende achtergronden hoorde ik hetzelfde verhaal toen ik in Sydney studeerde. Van jongs af aan gedrild op klassieke muziek, maar een vervolgopleiding in de muziek weigerden hun ouders financieel te ondersteunen. Waar het aanvankelijk als essentieel deel van de opvoeding wordt geacht voor een heleboel intellectuele en sociaal-emotionele domeinen, wordt het zelden als serieuze carrièremogelijkheid beschouwd. Muziek is een middel, geen doel. Muziek zou namelijk een lastig pakket zijn. Weinig baanzekerheid en stabiliteit, veel concurrentie, torenhoge ingangseisen en weinig toekomstperspectief. Ik zal niet zeggen dat muziek de makkelijkste weg is. Dat bij geneeskunde twee derde van de studenten die zich aanmeldt niet door de selectie komt lijkt over het hoofd te worden gezien. Maar muziek is niet van levensbelang, geneeskunde wel. Ik durf het eerste te betwijfelen.
‘Creativiteit is intelligentie die plezier maakt’ – Albert Einstein
Ik ben nooit gedrild gelukkig. Wel ben ik begonnen met klassiek en bleef mijn muzikale interesse groeien. Op mijn middelbare school was ik één van de acht die muziek koos als eindexamenvak. En nee, het was geen kleine school. Er waren écht maar acht mensen die bewust kozen om muziek te volgen. Waarom was dat zo?
Al kan ik vooral over mijn ervaring spreken en doen veel scholen het anders, denk ik aan een aantal dingen. Ik denk aan de manier waarop muziek in het onderwijs word ingericht, waarbij het lijkt alsof het vooral zo goed mogelijk moet passen bij alle andere vakken die je uit een boek kan leren. Beter kan je kijken naar hoe je muziek, wat zowel een vak als een kunst is, beter aan leerlingen kan overbrengen. Niet dat ik het beter weet. Wat ik wel weet is dat de mooiste lessen over muziek niet uit solfège komen. Daarnaast was er een sterke tendens onder zowel docenten als leerlingen dat muziek vooral een pretvak was, en net als beeldende kunst geen meerwaarde had voor een succesvolle toekomst. Er werd gefluisterd dat het vak misschien wel zou moeten stoppen als er zo weinig animo was. Over de oorzaak werd naar mijn weten niet te diep nagedacht. Invisible policy, zou je kunnen zeggen. Nergens in het schoolbeleid zal zwart op wit geschreven staan dat muziek een onbelangrijk pretvak is, maar toch voelt het alsof de muren het ademen, en in je nek hijgen dat je bèta moet gaan doen omdat je dan nog ‘alle kanten op kan’. Alsof ik alle kanten op wil.
De invisible policy liet zich soms aan het daglicht zien. Als mijn ouders terugkwamen van een algemene ouderavond bijvoorbeeld, en ze vertelden dat de decaan zo trots had voorgelezen hoeveel leerlingen voor het profiel Natuur en Techniek hadden gekozen. Mijn ouders vroegen zich af of ze ook zo trots waren op de acht studenten die ondanks alle sociaal-maatschappelijke druk muziek hadden gekozen.
‘Wat ga je dan later doen?’ Vroegen mensen aan me, als één van de twee leerlingen van mijn hele leerjaar die voor het profiel Cultuur en Maatschappij kozen. De meesten kozen dan tenminste nog Economie en Maatschappij, daar kon je nog wat mee. Pas later vroegen veel vrienden en vriendinnen die wel graag muziek maakten bij me af waarom ze eigenlijk geen muziek hadden gekozen op school. Tjsa. Heb je even, denk ik dan.
Economics is all about how people make choices. Sociology all about how they don’t have any choices to make – Duesenberry, 2860:233
Wat een verademing was het om in Sydney aan het conservatorium te studeren, waarbij de student centraal stond, de muziek als gedegen opleiding gewaardeerd werd, en naar alle kanten van de muziek werd gekeken inclusief de structurele, geïnstitutionaliseerde en gesocialiseerde vooroordelen.
Wat schaam ik me dat ik me verbaasde over de afkomst van de eerste twee quotes. Blijkbaar had ik niet had verwacht zo’n prachtige, holistische en vooral muziek betreffende uitspraak van een wereldberoemde natuurwetenschapper te horen. Dat is dan weer mijn invisible policy, of bias, beter gezegd. En pas als we het ontdekken kunnen we er wat mee doen. Klinkt me als muziek in de oren.
Summer in me | Original Song | Puck van Tussenbroek
Hee wat leuk dit stuk gaat over muziek dus dan komt hier een bruggetje naar de muziek die ik afgelopen tijd heb gemaakt voor onder andere de Ik-Toon challenge en natuurlijk voor mijn studie in Sydney! Luister vooral en abonneer als je het leuk vindt en doe dat vooral niet als je het niks vindt. Joe!
‘I would like to begin by acknowledging and paying respect to the traditional owners of the land on which we meet; the Gadigal people of the Eora Nation. It is upon their ancestral lands that the University of Sydney is built.’
Eerst wist ik niet zo goed wat het betekende als mijn docenten of medestudenten een acknowledgement uitspraken, maar al snel liet het mij niet meer los. Overal waar ik loop, alle plekken die ik bezoek en alle mooie dingen die ik doe: het speelt zich af op Aboriginal land. En ondanks alles is het dat nog steeds: Aboriginal land. Mijn docent vertelde in college dat ze niet zo houdt van de term Aboriginal. Liever noemt ze zichzelf Wiradjuri. Maar ja, wie weet nou wat dat betekent.
‘Aboriginal’, weet ik nu, is een term die de Engelsen ten tijde van de kolonisatie hebben bedacht voor alle ‘inheemsen’. Het is alsof iemand mij aanspreekt als Europeaan, terwijl ik me vooral Nederlander voel en me tegelijkertijd afvraag of diegene dan denkt dat ik ook Italiaans, Grieks, Spaans of Portugees spreek. Maar je hebt helemaal geen idee van die verschillende talen en culturen, denk ik dan, voor jou klinkt het allemaal hetzelfde.
‘You think the only people who are people, are people who look and think like you. But if you walk the footsteps of a stranger, you’ll learn things, you never knew you never knew.’
De kolonisten hadden geen idee van de verschillende volken die Australië kende. De op-twee-na oudste samenleving op aarde, maar ze werden niet als zodanig gewaardeerd. If only. Het waren inheemsen, primitievelingen met een brabbeltaal en weinig kleren. Niks verschillende naties en stammen met een eigen geschiedenis, taal, cultuur, onderlinge relaties en verhoudingen. Niks Wiradjuri, Banjalang, Kamilaroi en ga zo maar door. Het waren Aboriginals, inheemsen met een taal die we niet verstaan. De meesten stierven aan door de kolonisten meegebrachte ziektes, anderen werden gedood en de rest werd in een reservaat gestopt. Wie is er dan primitief en ongeschoold… Met de bijbel in de hand werd aan de overlevenden uitgelegd hoe je wél moest leven. Spreek Engels, lees, schrijf, draag onze kleren, heb uw naasten lief, en gij zult niet doden. Verwarrend als het klimaat nog nooit heeft gevraagd om meer dan een warm kleed in de winter, je al vier van de 500 talen van je continent spreekt en je de enige bent van je familie die nog leeft.
‘You think you own whatever land you land on, the earth is just a dead thing you can claim. But I know every rock and tree and creature, has a life, has a spirit has a name.’
Pocahontas, how you are right. Al heeft ze het over Amerika en niet over Australië, de inhoud van de zin is minstens zo toepasselijk. De cultuur van de eerste mensen van Australië is onmogelijk te generaliseren, maar ze hadden wel één grote gemene deler. Ze leefden met de natuur. En niet op een primitieve, door het Westen geromantiseerde, zorgeloze en gedachteloze manier. Generatie op generatie werd de taak overgedragen voor het land, de dieren en medemensen te zorgen, met de bijpassende kennis om dit te kunnen doen. Ingewikkelde familiebanden zijn onlosmakelijk verboden met de omgeving. Eeuwenoude kennis over het bewerken van land zonder het uit te putten en het jagen op dieren zonder de balans te verstoren werden via verhalen en liederen overgeleverd. Je bent ‘zorgdrager’ voor een land. Geen ‘eigenaar’. Maar dat snappen we in het Westen niet.
Ik weet dat ik pas net met deze blog ben begonnen en mijn schrijfstijl nog heel wat verbetering kan gebruiken, maar dit keer gebruik ik bewust de tegenwoordige en verleden tijd door elkaar. ‘We were here, we are still here, and we are not going anywhere,’ zo benadrukte mijn docent de continuïteit van haar volk en cultuur. Er waren geen Aboriginal people, er zíjn. Steeds meer first people die nog sterk verbonden zijn met hun taal en cultuur dragen hun kennis over aan mensen die proberen weer contact te maken met hun taal en cultuur. Dit is ze door de overheid tot 2008 haast onmogelijk gemaakt. Pas toen werd er een nationaal excuus gemaakt door de toenmalige Australische president voor al het onrecht dat de oorspronkelijke bevolking is aangedaan, en met name aan ‘the stolen generation’; de indigenous Australians die tussen 1910 en 1970 uit hun huis werden gehaald om door witte mensen te worden opgevoed. Dus nee, ‘dat van die Aborginals’ is niet lang geleden.
Sinds het excuus vanuit de overheid worden er veel stappen gemaakt. De verhalen van the first peoples krijgen een plek in de samenleving en op de universiteit waar ik les heb mogen krijgen. Eeuwenoude astrologische wetenschap en kennis over de natuur wordt geïmplementeerd in de Westerse wetenschap. En dat is hard nodig in het Australië dat elk jaar grotere branden moet blussen en desondanks niet genoeg prioriteit geeft aan klimaatbeleid. Waren we maar wat meer zorgdragers.
‘But a tiny voice whispers in my mind ‘you are lost, hope is gone, but you must go on and do the next right thing”.
Die acknowledgement of country waar ik mee begon: het zijn geen lege woorden die een soort erkenning moeten vormen voor dat wat nooit kan worden teruggedraaid, geen heling van wonden die te diep zijn om te genezen. Nee, een acknowledgement is een eeuwenoud gebruik waarbij je respect toont aan de zorgdrager van het land en toestemming vraagt te doorkruisen of te bezoeken. Zie het als een verbaal visum. Het wordt nu gebruikt om eindelijk erkenning te geven aan de first peoples, iets wat heel lang geleden van pas was gekomen. Zoals Elsa zegt in Frozen 2; you must go on and do the next right thing.
Meer leren over Indigenous Australia? De Universiteit van Sydney stelt een gratis online module beschikbaar over onder andere de sociale en culturele structuren van Indigenous Australia en de onlosmakelijke verbondenheid er van met de natuur. Het is prachtig, toegankelijk voor iedereen die geïnteresseerd is, en een zeer goed en leerzaam tijdverdrijf voor in isolatie 😉
Tragedie en humor gaan vaak goed samen. Ik snap dat veel mensen het hiermee oneens zijn. Maar toch.
Een paar dagen geleden explodeerde de groepschat van Nederlandse exchange studenten in Sydney. Normaal gesproken vragen mensen waar ze hun Sydney Student ID card kunnen ophalen, wie er nog meer mee gaat op surf trip en of er binnenkort weer gezopen wordt. Helaas ging het nu over iets anders. Blijven, of gaan. De wereld staat op zijn kop, Utrecht adviseert dringend aan studenten om terug te komen. Mijn hoofd zegt luisteren, mijn gevoel zegt blijf. Appjes blijven elkaar opvolgen. Zorgen worden gemaakt, alle mogelijke scenario’s worden beschreven. Nieuwsberichten en persoonlijke informatie worden gedeeld.
‘Mijn vader werkt als piloot bij … en zegt dat..’
‘Mijn moeder werkt in het ziekenhuis in … en zegt dat …’
‘Mijn oom is gespecialiseerd in … en zegt dat…’
Het is goed om je informatie te delen. Dus ik waardeer het enorm. Maar soms is het overweldigend, het duizelt en berichten spreken elkaar tegen. Dus ik zeg
‘Mijn moeder is seksuoloog, heeft iemand daar nog wat aan?’
Gemixte reacties. Gelukkig veel mensen die er om kunnen lachen. Iemand reageert hilarisch.
‘Ik krijg erectile disfunction van deze stress, zijn daar nog tips voor?’
‘Haha’ zeg ik in WhatsApp taal, dit keer lach ik ook echt. Ik zeg grappend dat ik het door zal sturen. Ik benadruk in het volgende appje dat ik het echt wel serieus neem, maar soms graag toch ook een grapje maak. Anders worden we nog ziek én depressief.
Het gesprek vervolgt zich over het mogelijke instorten van de economie. Ik kom niet meer uit mijn helicoptertje, begin gekscherend over dat dat misschien nog zo slecht niet is. Dat we ons systeem dan drastisch kunnen heroverwegen, geen vlees meer eten en moestuintjes aanleggen, weg consumptiemaatschappij. Kleinschalig, herwaardering van de natuur en naastenliefde. Holistisch in plaats van egoïstisch, balans in plaats van collectief of individueel.
‘Jij gooit er ff alle termen uit die je kent?’
Ik lach, en benadruk dan nogmaals dat het wel serieus neem, ik probeer het alleen af en toe luchtig te houden. Als je het écht serieus neemt denk ik dan, weet je dat geen enkele grap af kan doen aan de ernst van de situatie. Ook mijn familie blijft memes en andere internet virals doorsturen, terwijl mijn tante al een tijdje hartstikke ziek op bed ligt. Niet omdat ze het niet serieus nemen, maar nogmaals; anders ben je ziek én depressief. Daarnaast heeft humor een functie. Het stelt je in staat te kunnen huilen en lachen tegelijk, en biedt de mogelijkheid tot relativering. Zoals; hebben we nou écht zo veel toiletpapier nodig? Als dit normaal gedrag is bij een crisis, hoe vegen mensen die al jaren in een oorlogsgebied leven dan hun billen af…